Vertaling van plat

Inhoud:

Nederlands
Spaans
plat, slap {bn.}
llano
achatado
afgezaagd, alledaags, banaal, gewoontjes, nietszeggend, plat {bn.}
trivial
banal
onbenullig, plat, triviaal, vulgair {bn.}
trivial
alledaags, grof, ordinair, plat, vulgair {bn.}
vulgar


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ze geloofden dat de wereld plat was.

Ellos creían que la Tierra es plana.

Vroeger dachten mensen dat de aarde plat was.

Antiguamente se pensaba que la Tierra era plana.


Gerelateerd aan plat

slap - afgezaagd - alledaags - banaal - gewoontjes - nietszeggend - onbenullig - triviaal - vulgair - grof - ordinair