Vertaling van ploegen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
ploegen, beploegen, omploegen {ww.}
arar
wij ploegen
jullie ploegen
zij ploegen
nosotros aramos
vosotros aráis
ellos/ellas aran
» meer vervoegingen van arar
ploeg (mv. ploegen) {zn.}
arado
compagnie , ploeg (mv. ploegen), rot, vendel {zn.}
cuadrilla
compañía
compañía
equipe , ploeg (mv. ploegen), team {zn.}
equipo
team
team
Welk team zal winnen?
¿Cuál equipo ganará?
Voor welk team speel je?
¿En qué equipo juegas?