Vertaling van plukken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afbreken, afrukken, plukken, afplukken, wegscheuren {ww.}
cortar
arrancar

wij plukken
jullie plukken
zij plukken

nosotros cortamos
vosotros cortáis
ellos/ellas cortan
» meer vervoegingen van cortar

collecteren, innen, inzamelen, oogsten, plukken, rapen, verzamelen {ww.}
coleccionar

wij plukken
jullie plukken
zij plukken

nosotros coleccionamos
vosotros coleccionáis
ellos/ellas coleccionan
» meer vervoegingen van coleccionar

oprapen, plukken, afplukken, tokkelen {ww.}
puntear
pulsar
pizcar
coger
pellizcar

wij plukken
jullie plukken
zij plukken

nosotros punteamos
vosotros punteáis
ellos/ellas puntean
» meer vervoegingen van puntear


Gerelateerd aan plukken

afbreken - afrukken - afplukken - wegscheuren - collecteren - innen - inzamelen - oogsten - rapen - verzamelen - oprapen - tokkelen