Vertaling van poetsen
wij poetsen
jullie poetsen
zij poetsen
nosotros lustramos
vosotros lustráis
ellos/ellas lustran
» meer vervoegingen van lustrar
wij poetsen
jullie poetsen
zij poetsen
nosotros limpiamos
vosotros limpiáis
ellos/ellas limpian
» meer vervoegingen van limpiar
pulimentar
lustrar
pulir
wij poetsen
jullie poetsen
zij poetsen
nosotros bruñimos
vosotros bruñís
ellos/ellas bruñen
» meer vervoegingen van bruñir
Voorbeelden in zinsverband
Ik moet mijn tanden poetsen.
Tengo que cepillarme los dientes.
Je moet minstens twee keer per dag je tanden poetsen.
Deberías cepillarte los dientes al menos dos veces al día.
Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.
Deberías hacerte el hábito de cepillarte los dientes después de cada comida.