Vertaling van pogen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
pogen, streven, zich inspannen {ww.}
afanarse
esforzarse
esforzarse
moeite doen, pogen, streven, trachten, zich beijveren, zoeken {ww.}
procurar
tratar de
tratar de
wij pogen
jullie pogen
zij pogen
nosotros procuramos
vosotros procuráis
ellos/ellas procuran
» meer vervoegingen van procurar