Vertaling van potten

Inhoud:

Nederlands
Spaans
oppotten, potten, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
acumular
acopiar

wij potten
jullie potten
zij potten

nosotros acumulamos
vosotros acumuláis
ellos/ellas acumulan
» meer vervoegingen van acumular

pot (mv. potten), pul, vaas, vat [o] {zn.}
vaso [m] (el ~)
recipiente [m] (el ~)
vasija [v] (la ~)
Doe wat water in de vaas.
Pon un poco de agua en el vaso.
kan [m], pan [v], pot (mv. potten) [m] {zn.}
pote [m] (el ~)
olla [v] (la ~)
doos [v], bak [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot (mv. potten) [m], zak, vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
caja [v] (la ~)
olla [v] (la ~)
jarro [m] (el ~)
estuche [m] (el ~)
Ik heb de doos leeg gevonden.
Encontré la caja vacía.
Ik heb de lege doos gevonden.
Encontré la caja vacía.


Gerelateerd aan potten

oppotten - accumuleren - ophopen - opeenhopen - pot - pul - vaas - vat - kan - pan - doos - bak - etui - foedraal - koker