Vertaling van prima
Inhoud:
Nederlands
Spaans
prima {bw.}
muy bien
uitstekend, allerbest, beregoed, best, excellent, fraai, kostelijk, opperbest, patent, piekfijn, prima, steengoed, superbe, uitmuntend, uitnemend, voortreffelijk, prachtig, adembenemend, eersteklas, ijzersterk, eersterangs, onverbeterlijk {bn.}
sobresaliente
excepcional
pendiente
destacado
extraordinario
excepcional
pendiente
destacado
extraordinario
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Alles is prima.
Todo está bien.
Het nieuwe plan werkte prima.
El nuevo plan funcionó bien.
"Het is prima," lachte Dima. "Ik ben per slot van rekening nog in de groei. Ik groei er wel in."
- Está bien -rio Dima-, todavía estoy creciendo después de todo. Pronto me quedará bien.