Vertaling van provianderen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
provianderen, ravitailleren {ww.}
aprovisionar
wij provianderen
jullie provianderen
zij provianderen
nosotros aprovisionamos
vosotros aprovisionáis
ellos/ellas aprovisionan
» meer vervoegingen van aprovisionar
bevoorraden, provianderen, spekken, stijven, voorzien van {ww.}
proveer
abastecer
abastecer
wij provianderen
jullie provianderen
zij provianderen
nosotros proveemos
vosotros proveéis
ellos/ellas proveen
» meer vervoegingen van proveer