Vertaling van punt
Inhoud:
Nederlands
Spaans
punt {zn.}
punto
tanto
tanto
Ze staan op het punt weg te gaan.
Están a punto de irse.
Ik sta op het punt uit te gaan.
Estoy a punto de salir.
oog , punt, spikkel, stip {zn.}
punto
Ik was het op dat punt met hem eens.
Yo estuve de acuerdo con él sobre ese punto.
piek , topje , neus, punt, spits, tip, top {zn.}
cima
punta
vértice
extremo
punta
vértice
extremo
Het uitzicht vanaf de top is erg mooi.
La vista desde la cima es bellísima.
De bergbeklimmers bereikten de top voor het donker werd.
Los escaladores alcanzaron la cima antes que cayera la noche.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ik sta op het punt je iets belangrijk te vertellen.
Estoy por decirte algo importante.
Ik sta op het punt uit te gaan.
Estoy a punto de salir.
Ze staan op het punt weg te gaan.
Están a punto de irse.
Ik was het op dat punt met hem eens.
Yo estuve de acuerdo con él sobre ese punto.