Vertaling van raam
Voorbeelden in zinsverband
Het raam is open.
La ventana está abierta.
Mag ik het raam opendoen?
¿Puedo abrir la ventana?
Hij doet het raam open.
Él está abriendo la ventana.
Zij doet het raam open.
Ella está abriendo la ventana.
Doe het raam open, alstublieft.
Abre la ventana, por favor.
Hij keek uit het raam.
Miró por la ventana.
Zij doet het raam open.
Ella abre la ventana.
Ik vroeg Tom het raam te openen.
Le pedí a Tom que abriese la ventana
Hij heeft expres het raam gebroken.
Él rompió la ventana a propósito.
We keken allemaal uit het raam.
Todos miramos por la ventana.
De stoel is niet dichtbij het raam.
La silla no está cerca de la ventana.
Ken je het meisje dat aan het raam staat?
¿Conoces a la niña que está parada junto a la ventana?
We keken uit het raam, maar zagen niks.
Miramos por la ventana pero no vimos nada.
We konden de zonsondergang vanuit ons raam zien.
Podíamos ver la puesta de sol desde nuestra ventana.
Hij heeft me verteld om het raam open te houden.
Él me dijo que deje la ventana abierta.