Vertaling van relatie

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bekende [m], kennis [v], relatie [v] {zn.}
conocido
betrekking [v], relatie [v], verhouding [v], opzicht {zn.}
relación [v] (la ~)
conexión [v] (la ~)
Wat is de relatie tussen politiek en oorlog?
¿Cuál es la relación entre la política y la guerra?
Conchita voelde zich schuldig dat ze Toms en Mary's relatie had verpest.
Conchita se sintió culpable por arruinar la relación entre Tom y María.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Wat is de relatie tussen politiek en oorlog?

¿Cuál es la relación entre la política y la guerra?

Conchita voelde zich schuldig dat ze Toms en Mary's relatie had verpest.

Conchita se sintió culpable por arruinar la relación entre Tom y María.


Gerelateerd aan relatie

bekende - kennis - betrekking - verhouding - opzicht