Vertaling van rendez-vous

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afspraak [v], rendez-vous {zn.}
cita [v] (la ~)
Ik heb een afspraak met de dokter.
Tengo una cita con el doctor.
Ik heb vandaag een afspraak met het lot.
Hoy tengo una cita con el destino.


Gerelateerd aan rendez-vous

afspraak