Vertaling van rijtuig
Inhoud:
Nederlands
Spaans
rijtuig, vehikel, voertuig, wagen {zn.}
coche
vehículo
vehículo
Mijn vader en meneer Kimura hebben dezelfde wagen.
Mi padre tiene el mismo coche que el señor Kimura.
equipage , kales, koets, rijtuig {zn.}
berlina
calesa
calesa