Vertaling van roven
Inhoud:
Nederlands
Spaans
buitmaken, plunderen, roven, stropen {ww.}
pillar
robar
robar
wij roven
jullie roven
zij roven
nosotros pillamos
vosotros pilláis
ellos/ellas pillan
» meer vervoegingen van pillar
korst, roof (mv. roven) {zn.}
costra