Vertaling van ruig
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bobbelig, bultig, oneffen, ruig, rul, ruw, schraal {bn.}
áspero
rugoso
rugoso
bot, cru, grof, onbehouwen, onbewerkt, rauw, ruig, snauwerig {bn.}
crudo
basto
tosco
basto
tosco
harig, ruig, ruigharig {bn.}
velloso
peludo
peludo