Vertaling van ruilen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
ruilen, inruilen, wisselen, inwisselen, uitwisselen, verruilen {ww.}
permutar
trocar
trocar
wij ruilen
jullie ruilen
zij ruilen
nosotros permutamos
vosotros permutáis
ellos/ellas permutan
» meer vervoegingen van permutar