Vertaling van samenkomen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
convergeren, samenkomen, samenlopen {ww.}
convergir
ik zal samenkomen
jij zult samenkomen
hij/zij/het zal samenkomen
yo convergiré
tú convergirás
él/ella convergirá
» meer vervoegingen van convergir
bijeenkomen, samenkomen, vergaderen {ww.}
reunirse