Vertaling van sarren

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aanstoken, irriteren, ophitsen, op stang jagen, prikkelen, sarren {ww.}
acuciar
incitar

wij sarren
jullie sarren
zij sarren

nosotros acuciamos
vosotros acuciáis
ellos/ellas acucian
» meer vervoegingen van acuciar



Gerelateerd aan sarren

aanstoken - irriteren - ophitsen - op stang jagen - prikkelen