Vertaling van schaal
Inhoud:
Nederlands
Spaans
schaal, schild, rugschild {zn.}
carapazón
schaal , schotel {zn.}
fuente
plato
plato
schaal {zn.}
valva
huisje , kinkhoorn, schaal, schelp, slakkehuis {zn.}
concha
schaalverdeling , verhouding , schaal {zn.}
escala
dop , schaal, schil , schors {zn.}
casco
corteza
piel
cáscara
corteza
piel
cáscara
bowl , kom , schaal {zn.}
escudilla
bol
bol