Vertaling van scharrelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
het hof maken, scharrelen, vrijen {ww.}
galantear
cortejar
cortejar
wij scharrelen
jullie scharrelen
zij scharrelen
nosotros galanteamos
vosotros galanteáis
ellos/ellas galantean
» meer vervoegingen van galantear
klauwen, krabben, krauwen, scharrelen {ww.}
rascar
wij scharrelen
jullie scharrelen
zij scharrelen
nosotros rascamos
vosotros rascáis
ellos/ellas rascan
» meer vervoegingen van rascar
aan de scharrel zijn, fladderen, flirten, scharrelen, wapperen {ww.}
flirtear
revolotear
revolotear
wij scharrelen
jullie scharrelen
zij scharrelen
nosotros flirteamos
vosotros flirteáis
ellos/ellas flirtean
» meer vervoegingen van flirtear