Vertaling van scheren

Inhoud:

Nederlands
Spaans
scheren {ww.}
afeitar

wij scheren
jullie scheren
zij scheren

nosotros afeitamos
vosotros afeitáis
ellos/ellas afeitan
» meer vervoegingen van afeitar

knippen, scheren, snoeien {ww.}
cortar
esquilar

wij scheren
jullie scheren
zij scheren

nosotros cortamos
vosotros cortáis
ellos/ellas cortan
» meer vervoegingen van cortar

Knippen, wassen en drogen alstublieft.
Lavar, cortar y secar, por favor.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik moet me scheren.

Tengo que afeitarme.

Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.

Tengo que afeitarme antes de salir.


Gerelateerd aan scheren

knippen - snoeien