Vertaling van schillen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afpellen, jassen, schillen {ww.}
pelar
mondar
descortezar

wij schillen
jullie schillen
zij schillen

nosotros pelamos
vosotros peláis
ellos/ellas pelan
» meer vervoegingen van pelar

dop [m], schaal, schil (mv. schillen) [v], schors [v] {zn.}
casco [m] (el ~)
corteza [v] (la ~)
piel [v] (la ~)
cáscara [v] (la ~)
dop [m], peul, schil (mv. schillen) {zn.}
vaina [v] (la ~)


Gerelateerd aan schillen

afpellen - jassen - dop - schaal - schil - schors - peul