Vertaling van schonk
Inhoud:
Nederlands
Spaans
been , bot , knok , schonk , graat {zn.}
hueso
Hij gaf de hond een bot.
Le dio un hueso al perro.
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.
El perro estaba ocupado enterrando su hueso en el jardín.
gieten, plengen, schenken, storten, vergieten {ww.}
verter
derramar
derramar
ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk
yo vertí
tú vertiste
él/ella vertió
» meer vervoegingen van verter
cadeau geven, schenken {ww.}
regalar
ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk
yo regalé
tú regalaste
él/ella regaló
» meer vervoegingen van regalar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Tom schonk zichzelf een glas whisky in.
Tom se echó un vaso de whisky.
Hij schonk melk in zijn tea en roerde het.
Él le echó leche a su té y lo revolvió.