Vertaling van schreien
Inhoud:
Nederlands
Spaans
huilen, krijten, schreien, wenen {ww.}
llorar
wij schreien
jullie schreien
zij schreien
nosotros lloramos
vosotros lloráis
ellos/ellas lloran
» meer vervoegingen van llorar
Ik begon te huilen.
Empecé a llorar.
Je begon te huilen.
Empezaste a llorar.