Vertaling van slepen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
slepen, trekken {ww.}
remolcar
halar
halar
wij slepen
jullie slepen
zij slepen
nosotros remolcamos
vosotros remolcáis
ellos/ellas remolcan
» meer vervoegingen van remolcar
boegseren, slepen, trekken, voorttrekken {ww.}
arrastrar
atoar
remolcar
atoar
remolcar
wij slepen
jullie slepen
zij slepen
nosotros arrastramos
vosotros arrastráis
ellos/ellas arrastran
» meer vervoegingen van arrastrar
aanzetten, slijpen, scherpen, wetten {ww.}
afilar
wij slepen
jullie slepen
zij slepen
nosotros afilamos
vosotros afilasteis
ellos/ellas afilaron
» meer vervoegingen van afilar
slijpen {ww.}
labrar
tallar
tallar
wij slepen
jullie slepen
zij slepen
nosotros labramos
vosotros labrasteis
ellos/ellas labraron
» meer vervoegingen van labrar