Vertaling van slijten

Inhoud:

Nederlands
Spaans
slijten, afslijten, doorslijten, uitslijten, verslijten {ww.}
desgastarse
afdragen, opgebruiken, slijten, verslijten {ww.}
destrozar por el uso


Gerelateerd aan slijten

afslijten - doorslijten - uitslijten - verslijten - afdragen - opgebruiken