Vertaling van slim
Inhoud:
Nederlands
Spaans
slim, bekeken, clever, gis, kien, pienter, snugger, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
afilado
agudo
acerbo
acre
agudo
acerbo
acre
moeilijk, lastig, slim, zwaar {bn.}
difícil
doortrapt, gewiekst, listig, slim, uitgeslapen {bn.}
astuto
ladino
ladino
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Hij is slim.
Él es inteligente.
Ik ben slim.
Soy inteligente.
Die jongen is erg slim.
Ese niño es muy inteligente.
Ze negeerde hem, wat niet slim bleek.
Ella lo ignoró, lo que resultó ser imprudente.
Een man met de naam Slim is bij dat ongeval gedood.
Un hombre llamado Slim murió en ese accidente.
Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.
Ha sido un placer pasar la tarde con una chica tan inteligente, divertida y guapa como tú.