Vertaling van slopen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afbreken, slopen, neerhalen {ww.}
derribar
demoler

wij slopen
jullie slopen
zij slopen

nosotros derribamos
vosotros derribáis
ellos/ellas derriban
» meer vervoegingen van derribar

consumeren, slopen, verbruiken, verorberen, verteren {ww.}
consumir

wij slopen
jullie slopen
zij slopen

nosotros consumimos
vosotros consumís
ellos/ellas consumen
» meer vervoegingen van consumir

afbraak [v], ontmanteling [v], sloop (mv. slopen) {zn.}
demolición [v] (la ~)
afbraak [v], slechting [v], sloop (mv. slopen) {zn.}
demolición [v] (la ~)


Gerelateerd aan slopen

afbreken - neerhalen - consumeren - verbruiken - verorberen - verteren - afbraak - ontmanteling - sloop - slechting