Vertaling van sluiten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
op slot doen, sluiten, afsluiten {ww.}
cerrar con llave
candar
cerrar
candar
cerrar
wij sluiten
jullie sluiten
zij sluiten
nosotros candamos
vosotros candáis
ellos/ellas candan
» meer vervoegingen van candar
dichtdoen, dichtmaken, sluiten, toedoen {ww.}
cerrar
wij sluiten
jullie sluiten
zij sluiten
nosotros cerramos
vosotros cerráis
ellos/ellas cierran
» meer vervoegingen van cerrar