Vertaling van smaak
Voorbeelden in zinsverband
De soep smaak naar look.
La sopa sabe a ajo.
Ge valt in mijn smaak.
Me caes bien.
Azijn heeft een scherpe smaak.
El vinagre tiene un sabor fuerte.
Over smaak valt niet te twisten.
Para gustos hay colores.
Ik hou van de smaak van watermeloen.
Me gusta el sabor de la sandía.
De koffie heeft een bittere smaak.
Este café tiene un sabor amargo.
Ik heb de meest eenvoudige smaak. Ik ben altijd tevreden met het beste.
Yo tengo los más simples gustos. Yo soy siempre satisfecho con lo mejor.
"U heeft een dure smaak!" riep de verkoopster uit. "Weet u zeker dat u niet eerst onze goedkopere varianten wilt doorkijken?"
- ¡Usted tiene un gusto caro! -exclamó la dependienta- ¿Está seguro de que no quiere mirar nuestras versiones más baratas primero?