Vertaling van snoer

Inhoud:

Nederlands
Spaans
koord [o], lijn [v], snoer [o], touw [o], koorde {zn.}
cuerda [v] (la ~)
Hij liet het touw los.
Él soltó la cuerda.
Laat het touw los.
Suelta la cuerda.


Gerelateerd aan snoer

koord - lijn - touw - koorde