Vertaling van snurken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
knorren, ronken, snorken, snurken {ww.}
roncar

wij snurken
jullie snurken
zij snurken

nosotros roncamos
vosotros roncáis
ellos/ellas roncan
» meer vervoegingen van roncar



Gerelateerd aan snurken

knorren - ronken - snorken