Vertaling van sober

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bezadigd, matig, nuchter, sober, stemmig {bn.}
sobria
pover, schamel, sober, karig {bn.}
pobre
magro
minúsculo
delgado
flaco
endeble
bescheiden, matig, gematigd, schappelijk, sober {bn.}
módico
moderado
comedido


Gerelateerd aan sober

bezadigd - matig - nuchter - stemmig - pover - schamel - karig - bescheiden - gematigd - schappelijk