Vertaling van spanderen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
opdragen, spanderen, spenderen, toewijden {ww.}
dedicar
besteden, spanderen, spenderen, uitgeven, verteren {ww.}
desembolsar
gastar


Gerelateerd aan spanderen

opdragen - spenderen - toewijden - besteden - uitgeven - verteren