Vertaling van spekken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
dempen, vullen, invullen, spekken, stoppen, volmaken, volschenken {ww.}
llenar
wij spekken
jullie spekken
zij spekken
nosotros llenamos
vosotros llenáis
ellos/ellas llenan
» meer vervoegingen van llenar
bevoorraden, provianderen, spekken, stijven, voorzien van {ww.}
proveer
abastecer
abastecer
wij spekken
jullie spekken
zij spekken
nosotros proveemos
vosotros proveéis
ellos/ellas proveen
» meer vervoegingen van proveer