Vertaling van spioneren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
beloeren, spieden, bespieden, spioneren, bespioneren, verspieden {ww.}
espiar
acechar
acechar
wij spioneren
jullie spioneren
zij spioneren
nosotros espiamos
vosotros espiáis
ellos/ellas espían
» meer vervoegingen van espiar