Vertaling van spit

Inhoud:

Nederlands
Spaans
lendepijn, spit {zn.}
lumbago [m] (el ~)
graven, spitten, woelen {ww.}
cavar

ik spit
jij spit
hij/zij/het spit

yo cavo
cavas
él/ella cava
» meer vervoegingen van cavar



Gerelateerd aan spit

lendepijn - graven - spitten - woelen