Vertaling van splijten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
barsten, scheuren, splijten {ww.}
resquebrajarse
estallar
henderse
estallar
henderse
wij splijten
jullie splijten
zij splijten
nosotros estallamos
vosotros estalláis
ellos/ellas estallan
» meer vervoegingen van estallar
klieven, doorklieven, kloven, splijten {ww.}
rajar
hender
hender
wij splijten
jullie splijten
zij splijten
nosotros rajamos
vosotros rajáis
ellos/ellas rajan
» meer vervoegingen van rajar