Vertaling van spuwen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
rochelen, spugen, spuwen {ww.}
escupir

wij spuwen
jullie spuwen
zij spuwen

nosotros escupimos
vosotros escupís
ellos/ellas escupen
» meer vervoegingen van escupir

spugen, spuwen {ww.}
esputar
expectorar
escupir

wij spuwen
jullie spuwen
zij spuwen

nosotros esputamos
vosotros esputáis
ellos/ellas esputan
» meer vervoegingen van esputar



Gerelateerd aan spuwen

rochelen - spugen