Vertaling van standhouden
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanhouden, beklijven, duren, standhouden, voortduren {ww.}
durar
ik zal standhouden
jij zult standhouden
hij/zij/het zal standhouden
yo duraré
tú durarás
él/ella durará
» meer vervoegingen van durar
bezwaar hebben tegen, standhouden, weerstaan, zich verzetten {ww.}
contrarrestar
oponerse
oponerse
ik zal standhouden
jij zult standhouden
hij/zij/het zal standhouden
yo contrarrestaré
tú contrarrestarás
él/ella contrarrestará
» meer vervoegingen van contrarrestar