Vertaling van stapel

Inhoud:

Nederlands
Spaans
boel [m], drom [m], hoop, massa, menigte, schare, stapel, tas, troep {zn.}
montón [m] (el ~)
pila [v] (la ~)
cúmulo [m] (el ~)
acervo [m] (el ~)
Je hebt een hoop juwelen gekocht.
Compraste un montón de joyas.
dol, dolzinnig, gek, krankzinnig, stapel, uitzinnig, waanzinnig {bn.}
loco
alienado
frenético
hoop, opper, hooiopper, schelf, stapel {zn.}
almiar
opeenhopen, ophopen, stapelen, opstapelen, opeenstapelen, tassen {ww.}
reunir
acumular

ik stapel

yo reúno
» meer vervoegingen van reunir



Gerelateerd aan stapel

boel - drom - hoop - massa - menigte - schare - tas - troep - dol - dolzinnig - gek - krankzinnig - uitzinnig - waanzinnig - opper