Vertaling van steen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
steen [o] {zn.}
piedra [v] (la ~)
Een steen drijft niet.
Una piedra no flota.
Ik kan deze steen niet oppakken.
No soy capaz de levantar esta piedra.
baksteen [o], bouwsteen [m], klinker [m], steen [o], tichel [m], stuk [o] {zn.}
ladrillo [m] (el ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Een steen drijft niet.

Una piedra no flota.

Ik kan deze steen niet oppakken.

No soy capaz de levantar esta piedra.

Dat kind wierp een steen naar de hond.

Ese niño tiró una piedra al perro.

Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar.

Por favor, mueve esta piedra de aquí a allí.

De jongen gooide een steen naar de kikker.

El niño le tiró una piedra a la rana.

We bestuderen een soort giftige kikker met veel gelijkenis tot een steen.

Estudiamos un tipo de sapo venenoso muy similar a una roca.

Toen ze wakker werden zagen ze een steen naast zich liggen.

Cuando despertaron vieron una piedra junto a ellos.


Gerelateerd aan steen

baksteen - bouwsteen - klinker - tichel - stuk