Vertaling van stichten

Inhoud:

Nederlands
Spaans
stichten {ww.}
edificar
dar buen ejemplo

wij stichten
jullie stichten
zij stichten

nosotros edificamos
vosotros edificáis
ellos/ellas edifican
» meer vervoegingen van edificar

aandoen, aanrichten, stichten, teweegbrengen, veroorzaken {ww.}
dar lugar a
producir
ocasionar
maquinar
instigar
causar

wij stichten
jullie stichten
zij stichten

nosotros producimos
vosotros producís
ellos/ellas producen
» meer vervoegingen van producir

baseren, funderen, grondvesten, stichten, vestigen {ww.}
instituir
motivar
fundar

wij stichten
jullie stichten
zij stichten

nosotros instituimos
vosotros instituís
ellos/ellas instituyen
» meer vervoegingen van instituir

inrichten, oprichten, stichten, vestigen {ww.}
instalar
establecer

wij stichten
jullie stichten
zij stichten

nosotros instalamos
vosotros instaláis
ellos/ellas instalan
» meer vervoegingen van instalar