Vertaling van stoel

Inhoud:

Nederlands
Spaans
stoel [m], zetel [m] {zn.}
silla [v] (la ~)
Neem de andere stoel!
¡Tome la otra silla!
Deze stoel is lelijk.
Esta silla es fea.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Deze stoel is oncomfortabel

Esta silla es incómoda.

Neem de andere stoel!

¡Tome la otra silla!

Deze stoel is lelijk.

Esta silla es fea.

Het ligt onder de stoel.

Está bajo la silla.

Hij stond achter de stoel.

Se paró detrás de la silla.

Deze stoel moet gerepareerd worden.

Esa silla necesita ser reparada.

Wat heeft deze stoel hier te zoeken?

¿Qué está haciendo esta silla aquí?

De stoel is niet dichtbij het raam.

La silla no está cerca de la ventana.

De kat slaapt op de stoel.

El gato duerme sobre la silla.

Een kat slaapt op een stoel.

Un gato duerme sobre una silla.

De stoel staat dicht bij de deur.

La silla está cerca de la puerta.

Er zat een kat op de stoel.

Un gato estaba sentado en la silla.

U mag op de stoel gaan zitten.

Podrías sentarte en la silla.

De jongen zat op een stoel.

El chico se sentó en una silla.

Er was niets in de kamer, behalve een oude stoel.

En la pieza no había nada más que una vieja silla.


Gerelateerd aan stoel

zetel