Vertaling van stoppen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
poner
meter
colocar

wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen

nosotros ponemos
vosotros ponéis
ellos/ellas ponen
» meer vervoegingen van poner

Ik kan dingen in een doos steken.
Puedo poner las cosas en una caja.
We zullen binnenkort in staat zijn om jou in de gevangenis te plaatsen.
Dentro de poco te vamos a poder meter a la prisión.
afslaan, blijven staan, halt houden, stilhouden, stilstaan, stoppen {ww.}
parar
detenerse

wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen

nosotros paramos
vosotros paráis
ellos/ellas paran
» meer vervoegingen van parar

Ik kon niet stoppen met lachen.
No podía parar de reír.
boeten, flikken, lappen, oplappen, stoppen, verstellen {ww.}
remendar

wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen

nosotros remendamos
vosotros remendáis
ellos/ellas remiendan
» meer vervoegingen van remendar

dempen, vullen, invullen, spekken, stoppen, volmaken, volschenken {ww.}
llenar

wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen

nosotros llenamos
vosotros llenáis
ellos/ellas llenan
» meer vervoegingen van llenar

aflaten, ophouden, stoppen, uitscheiden, wijken {ww.}
cesar

wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen

nosotros cesamos
vosotros cesáis
ellos/ellas cesan
» meer vervoegingen van cesar

dichten, dichtmaken, stoppen, toestoppen, verstoppen, volstoppen {ww.}
tapar
obturar

wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen

nosotros tapamos
vosotros tapáis
ellos/ellas tapan
» meer vervoegingen van tapar

aanhouden, keren, stilleggen, stilzetten, stoppen, stuiten {ww.}
parar

wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen

nosotros paramos
vosotros paráis
ellos/ellas paran
» meer vervoegingen van parar

zekering [v], smeltzekering [v], stop (mv. stoppen) {zn.}
tapón [m] (el ~)
stop (mv. stoppen) {tw}
alto
pare


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ge moet stoppen met roken.

Tienes que dejar de fumar.

Ik kon Tom niet stoppen.

No pude detener a Tom.

Hij besliste te stoppen met roken.

Él decidió dejar de fumar.

Ik kon niet stoppen met lachen.

No podía parar de reír.

Ge zoudt moeten stoppen met roken.

Deberías dejar de fumar.

Je zou beter stoppen met roken.

Harías bien dejar de fumar.

Ik raad u aan te stoppen met drinken.

Le aconsejo que deje el trago.