Vertaling van streek
Inhoud:
Nederlands
Spaans
foefje , kneep, kunstgreep, streek, stunt, toer, truc {zn.}
truco
artificio
artificio
gebied, gewest, regio, streek, landstreek {zn.}
región
comarca
comarca
kompasstreek, windstreek, streek {zn.}
rumbo
strijken, gladstrijken {ww.}
planchar
ik streek
jij streek
hij/zij/het streek
yo planché
tú planchaste
él/ella planchó
» meer vervoegingen van planchar
persen, strijken {ww.}
planchar
ik streek
jij streek
hij/zij/het streek
yo planché
tú planchaste
él/ella planchó
» meer vervoegingen van planchar
strijken {ww.}
rozar
ik streek
jij streek
hij/zij/het streek
yo rocé
tú rozaste
él/ella rozó
» meer vervoegingen van rozar