Vertaling van strijden
Inhoud:
Nederlands
Spaans
kampen, strijden, strijd voeren, vechten {ww.}
combatir
batallar
batallar
wij strijden
jullie strijden
zij strijden
nosotros combatimos
vosotros combatís
ellos/ellas combaten
» meer vervoegingen van combatir
disputeren, krakelen, twisten, redetwisten, strijden {ww.}
disputar
wij strijden
jullie strijden
zij strijden
nosotros disputamos
vosotros disputáis
ellos/ellas disputan
» meer vervoegingen van disputar
oorlogvoeren, strijden {ww.}
militar
guerrar
guerrar
wij strijden
jullie strijden
zij strijden
nosotros militamos
vosotros militáis
ellos/ellas militan
» meer vervoegingen van militar
gevecht, kamp, slag , strijd (mv. strijden), treffen, veldslag {zn.}
batalla
acción
acción
Ze hebben het gevecht verloren.
Perdieron la batalla.