Vertaling van stuur

Inhoud:

Nederlands
Spaans
stuur [o], roer [o] {zn.}
volante [m] (el ~)
timón [m] (el ~)
stuur [o], stuurtoestel [o], joystick [m] {zn.}
manillar
rueda del timón
volante [m] (el ~)
besturen, dirigeren, mennen, richten, sturen {ww.}
dirigir

ik stuur

yo dirijo
» meer vervoegingen van dirigir

doen toekomen, sturen, opsturen, zenden, opzenden, verzenden {ww.}
enviar
expedir
despachar

ik stuur

yo envío
» meer vervoegingen van enviar

Kun je dat per e-mail sturen?
¿Puedes enviar eso por e-mail?
We zouden Jordan naar het ziekenhuis moeten sturen.
Deberíamos enviar a Jordan al hospital.
besturen, sturen {ww.}
conducir

ik stuur

yo conduzco
» meer vervoegingen van conducir

Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
¿Te dejó tu tío conducir el coche?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Stuur het naar me op.

Mándamelo.

Stuur me alsjeblieft een kaartje zodra je aankomt.

Por favor, escríbeme una carta en cuanto llegues.

Vorige week heb ik u een brief gestuurd en vandaag stuur ik u er nog één.

Le envié una carta la semana pasada y le enviaré otra hoy.