Vertaling van tanen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afnemen, slinken, tanen, verflauwen, verminderen {ww.}
menguar
decrecer
disminuir
amainar

wij tanen
jullie tanen
zij tanen

nosotros menguamos
vosotros menguáis
ellos/ellas menguan
» meer vervoegingen van menguar

looien, leerlooien, tanen {ww.}
curtir
adobar

wij tanen
jullie tanen
zij tanen

nosotros curtimos
vosotros curtís
ellos/ellas curten
» meer vervoegingen van curtir



Gerelateerd aan tanen

afnemen - slinken - verflauwen - verminderen - looien - leerlooien