Vertaling van tappen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
loslaten, lossen, tappen, uitlaten, vieren, weglaten {ww.}
dejar salir
overdoen, tappen, verhandelen, verkopen, vervreemden, wegdoen {ww.}
vender

wij tappen
jullie tappen
zij tappen

nosotros vendemos
vosotros vendéis
ellos/ellas venden
» meer vervoegingen van vender

Ik ga mijn huis verkopen.
Voy a vender mi casa.
Aan wie ging je het verkopen?
¿A quién se lo ibas a vender?
ontlokken, tappen, trekken, te voorschijn trekken, uithalen {ww.}
arrancar

wij tappen
jullie tappen
zij tappen

nosotros arrancamos
vosotros arrancáis
ellos/ellas arrancan
» meer vervoegingen van arrancar